Doe of je een kledingontwerper bent en laat het spel Denkdobbelen je opdrachtgever zijn.
Wat gaan we doen dit keer?
De kinderen moeten verschillende kledingstukken ontwerpen. De dobbelsteen bepaalt waar deze kledingstukken aan moeten voldoen.
Hoe werkt het?
Om deze kledingontwerpopdrachten te maken vul je op de denkwolken in:
een bijvoeglijk naamwoord dat bij kledingstukken past, een kledingstuk, een patroon en een kledingaccessoire. Zie hieronder de toelichting.
Wolk 1 bijvoeglijk naamwoord dat bij kledingstukken past:
Denk aan wijd, strak, lang, kort, slobberig, zwierig, netjes, stijfjes, streng, etc.
Wolk 2 kledingstuk:
Dus jurk, rok, maillot, lange broek, korte broek, shirt, blouse, stropdas, hoedje, pet, sluier, etc.
Wolk 3 patroon:
Dit wordt een aanwijzing over het patroon op de stof, denk aan strepen, sterren, stippen, bloemen, wolken, zeedieren, kringeltjes, krulletjes, driehoekjes, hartjes, etc.
Wolk 4 kledingaccessoire:
Denk dan aan dingen die aan kleding worden toegevoegd om het leuker te maken zoals roesjes, franjes, ritsjes, veters, glitters, knopen, kleine bolletjes, scheuren, etc.
Dan dobbel je voor elke wolk en de gedobbelde woorden samen vormen de ontwerpopdracht. Bijvoorbeeld: ontwerp een slobberige stropdas met bloemen en ritsjes.