De keizer wordt morgen uit de kelder gered. Zomaar een zinnetje. Zou jij zonder voorbeeld weten of gered met een d, een t of dt geschreven moet worden? Je kunt het vervoegen van werkwoorden op een grappige manier oefenen door te Denkdobbelen.
Wat ga je doen dit keer?
Je kunt door te dobbelen woorden verzamelen waarmee je een zin moet maken. Je moet er dan voor zorgen dat de werkwoorden in die zin goed worden vervoegd en opgeschreven. Er komen wel allemaal gekke zinnen uit, en dat maakt het oefenen met werkwoorden een stuk grappiger.
Hoe werkt het?
Je vult dan bijvoorbeeld de volgende woorden in op de wolken van het spelbord. (Je kunt hierin natuurlijk naar eigen smaak variëren)
Wolk 1: onderwerp (wie) Bijvoorbeeld: de keizer, twee katten, een alien, brandweerwagens, dobbelstenen, kabouter, toverfee, supermarktmanager, luis, etc.
Wolk 2: werkwoord (wat) Bijvoorbeeld: redden, schelden, branden, bakken, downloaden, vinden, schudden, fietsen, dansen, etc.
Wolk 3: waar Bijvoorbeeld: kelder, camping, brandend bos, pretpark, bed, ruimte, op een wolk, restaurant, etc.
Wolk 4: wanneer Bijvoorbeeld: gisteren, vandaag, morgen, nu, in de middeleeuwen, in 2054, eergisteren, ooit, nooit, vorig jaar, etc.
Dan ga je dobbelen en moet je van de gedobbelde woorden zinnen maken.
Stel je gooit: twee katten | bakken | pretpark | vorig jaar
Dan moet je daar een zin van maken door de woorden in een logische volgorde op te schrijven en de werkwoorden goed te spellen. Je mag ook nog een extra woord aan de zin toevoegen om de zin kloppender te maken. Bijvoorbeeld: Twee katten hebben vorig jaar in het pretpark koekjes gebakken.
Of misschien gooi je deze woorden: een alien | redden | restaurant | nooit
Dat kan dan worden: Een alien redt nooit een muis uit een restaurant.
Laat als je bijvoorbeeld tien zinnen hebt gemaakt je zinnen door iemand nakijken. Een volgende keer kun je weer nieuwe woorden op het spelbord invullen. Zo heb je elke keer weer verrassende zinnen om mee te oefenen.