Idee voor een Denkdobbel-activiteit

Filosoferen met fantasievragen: kan ranja vliegen?

Kunnen cavia’s in de ruimte een boek lezen? Willen pizza’s in de speeltuin zweven? Door te Denkdobbelen ga je nadenken over de gekste vragen en zo ontdek je elkaars gedachtekronkels.

Wat gaan we doen dit keer?

Mogen eenhoorns nooit blaffen?
Kunnen bananen in het bos boogschieten?
Willen kabouters soms vallen?

Dat zijn vragen die je kunt maken door te Denkdobbelen. Gekke vragen inderdaad maar juist ook door dingen die we in de werkelijkheid niet kennen kun je leren logisch redeneren. De volgende redenering klopt bijvoorbeeld qua logica, al is de inhoud onzin: Alleen honden kunnen vliegen – Hector vliegt – dus Hector is een hond. Op de site Filosovaardig.nl kun je een heel uitgebreid artikel lezen over het redenen en filosoferen met behulp van dit soort fantasievragen.

Hoe werkt het?

Fantasievragen kun je samenstellen door willekeurig hulpwerkwoorden, zelfstandig naamwoorden, bepalingen van tijd of plaats en werkwoorden te combineren. Bij het nadenken over de vragen kun je de doorvraagkaarten gebruiken die bij het spel zitten.

cropped-fj72dpi-2989.jpgWolk 1: hulpwerkwoorden
Op de eerste wolk vul je twee keer de vier hulpwerkwoorden: kunnen, mogen, moeten, willen in. Deze woorden liggen vast.

Wolk 2: zelfstandig naamwoorden
Denk hierbij aan mensen, dieren, dingen, eten of fantasiewezens. Noteer deze woorden in meervoud. Dit kunnen woorden zijn als juffen, olifanten, stoelen, hamburgers of kabouters.

Wolk 3: bepaling van tijd of plaats
Zoals soms, altijd, nooit, elke dag of in het bos, overal, nergens, in de ruimte, etc.

Wolk 4: werkwoorden
Dus dingen die je kunt doen, zoals lopen, springen of voetballen.

Voorbeelden

De vragen die je zo maakt zijn op het eerste gezicht misschien een beetje gekke en niet heel diepzinnige vragen. Toch bieden dit soort vragen een goede oefening in redeneren. Juist omdat je aan kennis niets meer hebt, moet je gaan nadenken. Bekijk de onderstaande voorbeeldgesprekken die kunnen ontstaan tussen de kinderen en de gespreksleider (Q).

Voorbeeld middenbouw

Willen bomen lopen?
‘Nee, want hij heeft geen gevoelens dus dan kun je niks willen.’
‘Precies! Je hebt hersenen nodig om iets te willen.’
Q Dus een boom wil niks? Ook niet groeien?
‘Hij wil wel groeien.’
Q Hoe kan dat nou? Hij had toch geen hersenen.
‘Dat zit in hem, uh, een soort van geprogrammeerd. Dat is de bedoeling.’
Q Is dat ook willen?
‘Misschien.’
Q Kun je een voorbeeld geven van wanneer jij iets wil?
‘Ik wil graag elke dag voetballen omdat ik dat leuk vind.’
Q Waarom vind je dat leuk?
‘Zo ben ik gewoon.’
Q Hoe komt dat dan?
‘Zo ben ik, uh, een soort van geprogrammeerd.’
Q Net als de boom eigenlijk?

Voorbeeld bovenbouw

Met bovenbouwgroepen kun je er ook een oefening in retorica van maken. Retorica is de kunst van het spreken. Dat kan door doorvraagkaarten te gebruiken. Dat zijn kaarten met daarop vragen als ‘Wat zou daar de reden van zijn?’ en ‘Kun je dat bewijzen?’ Ze vragen om opheldering over het gegeven antwoord. Bij deze oefening geef je elk kind twee doorvraagkaarten. Eén kind beantwoordt de vraag en de andere kinderen stellen de doorvraagvragen die ze hebben gekregen. Maar alleen als deze past bij wat er gezegd werd.

Voorbeeld bovenbouwgroep die doorvraagkaarten (DVK ) gebruikt:

Kunnen regenbogen praten?
‘Nee, want ze hebben geen mond.’
Q Kun je zonder mond niet praten?
‘Met een computer kan het wel.’
‘Dan moet de computer aangesloten zijn op iets met hersenen. Een regenboog heeft geen hersenen.’
DVK Wat zou de reden daarvoor zijn?
‘Omdat de regenboog niet leeft. Hij is alleen maar een soort van gebroken lichtstraaleffect.’
DVK Kan het tegendeel waar zijn?
‘Ja, misschien bestaan er wel dingen waar de mens nog niets van af weet.
Misschien praat alles wel met elkaar, en weten wij dat niet.’
DVK Wat zou dat voor gevolgen hebben?
‘Dan zou echt alles wat wij denken te weten instorten. Ik denk dat we dan wel een beetje gek worden. Dat is toch raar als alles anders blijkt te zitten.’

Gratis mini-cursus filosoferen

Wil je wat meer achtergrondinformatie over hoe je kan filosoferen met kinderen? Lees dan de gratis online minicursus op filosovaardig.nl

Illustratie wandelende boom: Cindy van Schendel