Weet jij waar je gelukkig van wordt? Stel elkaar vragen over geluk door te Denkdobbelen en je gaat er misschien wel heel anders over denken!
Wat gaan we doen dit keer?
Je gaat nadenken over geluk. Over geluk worden veel standaarduitspraken gedaan zoals ‘geld maakt niet gelukkig’. Toch willen de meeste mensen meer games, duurdere kleding, grote auto’s, etc. Dus hoe zit dat nou met dat geluk? Door over geluk na te denken door te denkdobbelen voorkom je dat je op die standaardantwoorden komt.
Met deze oefening maak je door te Denkdobbelen steeds op een andere manier de volgende vraag af: word je gelukkig van … lelijke opa’s die in het bos met je knuffelen… makkelijke juffen die in het pretpark jongleren, etc. Zo raak je met de kinderen in gesprek over geluk.
Hoe werkt het?
Je vult dan bijvoorbeeld de volgende woorden in op de wolken van het spelbord. (Je kunt hierin natuurlijk naar eigen smaak variëren)
Wolk 1: bijvoeglijk naamwoord
Bijvoorbeeld lelijke, harige, rijke, arme, boze, vrolijke, strenge, makkelijke, etc.
Wolk 2: zelfstandig naamwoord
Bijvoorbeeld: opa’s, baby’s, juffen, zwemmeesters, rijke vrouw, zwerver, broertje, buschauffeur, etc.
Wolk 3: plaats
Bijvoorbeeld: bos, pretpark, school, lucht, keuken, ziekenhuis, voetbalveld, supermarkt, etc.
Wolk 4: werkwoord
Bijvoorbeeld knuffelen, jongleren, schreeuwen, dansen, stelen, huppelen, werken, helpen, etc.
Steeds plaats je voor de gedobbelde woordcombinatie de woorden: word je gelukkig van
… lelijke opa’s die in het bos met je knuffelen?
… makkelijke juffen die in het pretpark jongleren?
Ja, het zijn gekke vragen, máár als je er serieus op in gaat, komen er toch allerlei waarden, normen, verwachtingen en ideeën rondom geluk boven tafel. Geef de kinderen aanvullend de opdracht om op elkaar te reageren met ‘ja, maar…’ Zo stimuleer je ze ook de andere kant van iets te zien.
Voorbeeld
Word je gelukkig van … lelijke opa’s die in het bos met je knuffelen?
‘Ik hou van opa’s! Ze zijn altijd leuk, het maakt niet uit of ze mooi of lelijk zijn.’
‘Ja, maar ik wil niet met alle opa’s knuffelen, hoor, alleen met mijn eigen opa.’
‘Ja, knuffelopa’s in het bos zou ik eng vinden. Dan word ik helemaal niet gelukkig!’
Word je gelukkig van makkelijke juffen die in het pretpark jongleren?
‘Dat lijkt me echt supergrappig.’
‘Ja, maar een supermakkelijke juf vindt alles goed. Dan kunnen de kinderen ook allemaal gevaarlijke dingen gaan doen.’
‘Dat is toch leuk!’
‘Ja, maar als iemand dan zijn been breekt is hij niet meer zo gelukkig.’
(gespreksleider) ‘Kun je niet gelukkig zijn als je ziek bent dan?’
‘Ik denk dat gezond zijn wel heel belangrijk is. Als je superrijk bent bijvoorbeeld, maar ook heel ziek, dan heb je er toch niets aan?’
Tip
Wil je wat meer achtergrondinformatie over hoe je kan filosoferen met kinderen? Lees dan de gratis online minicursus op filosovaardig.nl